Dorothée en ezels
Op vakantie in zuidelijke streken was mijn dag altijd goed als ik een of meerdere ezeltjes had gezien en liefst ook had kunnen aaien en met hen kunnen praten. Dat resulteerde in 2018 in de komst van mijn liefjes Blanche en Nounou (spreek uit als Noenoe), die ruim anderhalf jaar een groot deel van mijn dagelijkse ritme bepaalden.
’s Avonds rond 9 uur nog even naar de wei, Orion wakend boven hun stalletje, hun verwachtingsvolle ‘fluister’-balkjes omdat ze wisten dat ik met een paar handjes overheerlijke ezelmuesli kwam, en welterustenkusjes op de grijs-witte rug (lekker branderige geur) en op de bruine (‘gewone’ lekkere ezelvachtgeur). Zij waren dan maar vast aan het stro begonnen dat eigenlijk als hun bed bedoeld was, dus dan begon het stro slepen weer van voren af aan.
Tot mijn verdriet pasten zij wat energie en gedrag betreft echter niet goed bij elkaar en moest ik de opvang vragen om een goed, nieuw adres voor hen te zoeken, liefst bij een ezel die een goed speelmaatje voor Nounou zou kunnen zijn. Dat is wonderwel gelukt, bij Bruno, die zijn maatje verloren had. Ondanks het feit dat ik hen nu nog steeds mis, ben ik ook gelukkig voor ze.
Om toch au pays des longues oreilles te kunnen zijn heb ik bestuursfuncties vervuld bij twee ezelopvangorganisaties in Nederland. In Fuente de Piedra (Zuid-Spanje) heb ik mi burra Jasmin in El Refugio del Burrito geadopteerd. Dit eigenwijze, zwartneuzige liefje en de Refugio zijn wat er uiteindelijk is overgebleven van mijn leven met ezels. Maar mijn hart springt nog steeds op als ik, waar dan ook, een ezel hoor balken.
Nounou, Blanche en Bruno
© Dorothée Wortelboer 2024